Overdenking door ds. Carla Borgers

Telkens als ik beelden zie van de dagen van bevrijding, meer dan 75 jaar geleden, en de uitzinnige vreugde zie van de mensen en van de bevrijders word ik diep geraakt. Wat moet het geweest zijn, die jaren van bezetting, van niet vrij zijn, van beperkingen en dreiging.
Mijn vader was een puberjongen in die oorlogsjaren, maar hij droeg al aardig wat verantwoordelijkheden als oudste van een gezin met acht kinderen. Zijn vader zat als professioneel musicus meestal met zijn hoofd in de muziek en had op praktisch gebied twee enorme linkerhanden.
Zoonlief hielp dus zijn moeder zo goed en zo kwaad als het ging om de boel draaiende te houden. Schoolgaan was dán weer wel, dán weerniet aan de orde, waardoor hij en zijn vrienden ondanks de bezetting redelijk wat vrijheid genoten. Die gemiste schooltijd moest natuurlijk later wel worden ingehaald, waardoor hij –toen ik tien jaar later werd geboren- ’s avonds nog met zijn neus in de boeken zat. En zo ging het met veel van die jongens en meisjes die verder wilden komen.

Vrijheid is, ook na 75 jaar, nog altijd een bevraagd onderwerp. Wat is vrijheid en wat hebben we er met z’n allen van gemaakt in die 75 (inmiddels) 76 jaar? Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft Daan Roovers –nu nog Denker des Vaderlands- gevraagd om de tekst voor het jaarthema te schrijven. Zij heeft haar tekst de titel meegegeven: ‘Het fundament van vrijheid’. Voor haar is de meest basale definitie van vrijheid: niet overheerst te worden door een bezetter, een machthebber of autoriteit. Dat is één kant, maar er zitten natuurlijk veel meer kanten aan vrijheid. Vrijheid is ook: kunnen kiezen hoe je jouw leven vorm wilt geven; welk beroep je kiest of welke studie; waar je je voor wilt inzetten in de samenleving. Vrijheid is natuurlijk ook de vrijheid om je mening te geven. Die vrijheid van meningsuiting is in dit land bijna heilig geworden. Maar de basis, het fundament van de vrijheid is volgens Daan Roovers de principiële gelijkheid van alle burgers en daarmee ook de kansengelijkheid van alle burgers. Maar juist die kansengelijkheid is een punt van zorg in onze samenleving, gezien de grote inkomensongelijkheid en het feit dat nu door de coronacrisis veel kinderen uit probleemgezinnen méér nog dan anders leerachterstanden oplopen waardoor hun kansen afnemen.

Vrijheid wordt in de bijbel meestal in één adem genoemd met verantwoordelijkheid en zorg voor wie niet of moeilijk mee kan komen, voor wie aan de kant staat of het moeilijk heeft. Ik denk dat mijn vader dit al als puber heeft begrepen en dit ook in zijn latere leven in praktijk heeft gebracht. Samen met zijn moeder sleepte hij het gezin door de oorlogsjaren en ook door de moeilijke naoorlogse jaren. Ook in zijn latere leven was hij niet te beroerd om vrijheid in te leveren om anderen bij te staan, om dienstbaar te zijn. Hij was in dat opzicht voor mij een voorbeeld.

Voor mijzelf is vrijheid een werkwoord, zoals ook liefde een werkwoord is. Je bent er nooit klaar mee; het vergt onderhoud en je moet er altijd weer over blijven nadenken. Elke tijd vraagt om nieuwe doordenking van wat vrijheid in de gegeven omstandigheden betekent en hoe je er invulling aan kan geven. Dat vraagt om vrij denkende mensen; mensen die dienstbaar willen zijn aan de vrijheid van allen.