Overdenking door ds. Carla Borgers
Tijdens de herdenkingsbijeenkomst in de Oude Kerk op 4 mei 2024
Ik haak met deze ‘overdenking’ aan bij het landelijke thema van het Comité 4 en 5 mei ‘Vrijheid vertelt’.
Gedenk de tijden van weleer,
verdiep u in het verre verleden.
Vraag uw vader ernaar, hij zal het vertellen;
vraag de oudsten en zij zullen verhalen.
(Deuteronomium 32:7)
“Vraag het de oudsten en zij zullen verhalen”. Het werkwoord ‘verhalen’ betekent letterlijk het terughalen in woorden. Terughalen van gebeurtenissen, van datgene wat ooit is geschied. Zo wordt dat wat in het verleden is gebeurd weer levende geschiedenis.
In het Oude Testament, ook wel de joodse of Hebreeuwse bijbel genoemd, is het geheugen van groot belang. Nergens anders wordt het gedenken opgevat als een religieus gebod, alleen binnen het jodendom. Dan gaat het vooral om het gedenken van het feit dat je bent bevrijd van deportatie, vervolging, mishandeling, kortom van lijden. Ook christenen kennen die nadruk op het herinneren en gedenken, maar dat hebben ze geleerd van de joden.
Het vertellen van verhalen begint met ‘gedenken’, het terugroepen van herinneringen aan bepaalde gebeurtenissen en je erin verdiepen. En wat je niet weet vraag je aan je vader, zo zegt de schrijver van de korte bijbeltekst en ik voeg eraan toe: of aan je moeder of aan je oma, opa, ooms, tantes. Er zijn zoveel persoonlijke verhalen die nog willen worden verteld, maar die misschien nog altijd te pijnlijk zijn om ze te door kunnen te geven aan volgende generaties. Er zijn ook verhalen die niet verteld willen worden, uit schaamte. Schaamte omdat je slachtoffer was en je niet kon of durfde verweren. Schaamte omdat je dader was of in elk geval sympathiseerde met de bezetter.
Alle verhalen zijn belangrijk, vooral als ze gaan over ingrijpende gebeurtenissen in families, in lokale gemeenschappen, in een land. Oorlog en bezetting horen tot die ingrijpende gebeurtenissen die we moeten blijven gedenken en waarover moet worden ‘verhaald’.
Het vertellen van al die verschillende verhalen kan helpen bij het verwerken van pijn, van trauma’s die vaak doorwerken in volgende generaties.
De verhalen kunnen volgende generaties helpen om de pijn, het trauma waarmee je opa of oma, je moeder of vader worstelt te begrijpen.
Nog altijd komen er nieuwe verhalen naar boven, verhalen die mensen al die voorbije jaren diep hebben weggeborgen. Heel voorzichtig worden die verhalen soms alsnog tot leven gebracht en gedeeld met geliefden, met familie of soms juist met volslagen vreemden.
Gedenken is goed, gedenken is belangrijk. Maar hoe gedenk je op de juiste manier, vroeg de christelijk denker Miroslav Volf zich af in zijn boek Een nieuw verleden. Omgaan met herinneringen in een gebroken wereld.
Moeten we wreedheden vergeten en misdaders vergeven? Wordt van ons gevraagd om te hopen dat uiteindelijk slachtoffers met daders verzoend zullen worden, zelfs als dat betekent dat we de eeuwigheid moeten doorbrengen met de daders?
In onze tijd gedenken we heel veel: genociden, oorlogen, terreuraanslagen, persoonlijk onrecht. We branden kaarsen, leggen bloemen of speelgoed op plekken waar mensen willekeurig zijn omgebracht. Miroslav Volf schrijft dat juist het loslaten van zulke herinneringen – onder bepaalde voorwaarden – het beste kan zijn. Vergeten dus. Wij denken vaak dat je misdaden kunt bevechten of zelfs voorkomen door de herinneringen aan die misdaden levend te houden.
Maar Volf merkt op dat er te veel manieren zijn van onjuist herinneren. We maken in ons hoofd vaak een eigen versie van wat er is gebeurd, waardoor misdaden eerder doorgaan dan dat je ze voorkomt. Hij schrijft: ‘het rechtvaardige zwaard van het geheugen hakt maar al te vaak juist het goede dat het wil beschermen af’. Daarom benadrukt hij dat we op een juiste manier moeten herinneren, naar waarheid dus. Daarmee help je niet alleen jezelf als slachtoffer, maar ook de dader help je om weer mens te worden, om zijn/haar humaniteit te hervinden. En uiteindelijk help je de samenleving in zijn geheel om op een humane manier om te gaan met daders. Zo voorkom je uitingen van wraak omdat er niet alleen in juridische zin recht wordt gedaan, maar ook verhoudingen kunnen zo worden hersteld en pijn en trauma krijgen de kans om te helen.
Het is niet voor niets een kernopdracht in het bijbelboek Deuteronomium: “Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte.” Met ander woorden: Je moet jezelf telkens opnieuw te binnen brengen hoe verschrikkelijk het was om slaaf te zijn geweest in Egypte. Dat moet jou helpen om diezelfde of een andere misdaad nooit een ander mens aan te doen.
Het gedenken en het vertellen van de verhalen bevrijdt niet alleen individuele oorlogsslachtoffers, maar ook ons allemaal als deelgenoten van de Nederlandse samenleving. Zo kunnen we niet alleen samen gedenken, maar morgen ook samen bevrijding vieren.