In maart 1940 betrekt ds. Leignes Bakhoven de grote pastorie in het hart van het dorp. Zij is 29 jaar, de eerste vrouwelijke predikant in Borne, en ongehuwd. Zij was hiervoor korte tijd betrokken bij de opvang van een groep christelijk-joodse kinderen uit Oostenrijk die naar Nederland gevlucht waren. Twee meisjes geeft zij onderdak in de pastorie. Maar dan komt de bezetting en vinden ook anderen onderdak of een schuilplaats bij haar, waaronder joodse onderduikers en mensen van het verzet. Niet makkelijk op die centrale plaats.

En het wordt extra moeilijk als er een Duitse officier met zijn oppasser bij haar ingekwartierd wordt. Soms zijn er wel 13 mensen in huis, maar de Duitsers komen niets te weten van de heimelijke activiteiten en de ‘verborgenen’. Een van de onderduikers beschrijft later hoe ingewikkeld het was om zonder argwaan te wekken voedsel en een slaapplaats voor allen te organiseren.

Als men de dominee later naar haar gevaarlijke handelwijze vraagt, antwoordt zij: “Het kwam op mijn weg”. Deze woorden staan op de zitbank, ter herinnering aan een vrouw die het geloof niet alleen in woorden beleed.

Na Borne gaat zij naar andere gemeenten en zal op latere leeftijd trouwen. De meeste (jonge) bewoners uit de bezettingstijd zijn later goed terecht gekomen.

Toen Stichting De Bornse Vermaning besloot de tuin bij de doopsgezinde kerk een meer openbaar karakter te geven, kwam het idee een zitbank te plaatsen ter herinnering aan deze onopvallende opmerkelijke vrouw.

80 jaar na dato weten we opnieuw wat het belang is van mensen die iets voor anderen doen als de omstandigheden dat op hun weg brengen.

Het gemeentebestuur van Borne wil hieraan uitdrukking geven door zo’n inwoner uit het verleden te eren.

Burgemeester Jan Pierik zal de bank en de daarbij geplaatste informatiepanelen onthullen op 21 mei 2025.